5.0 Bewegen
Eekhoorn is een echte bosdier; dat zich zelden van een boom oo struik waagt. Klimmen is voor hem van levensbalang. Hiermee bereikt hij zijn voedsel, ontloopt hij vijanden en kan hij zijn nest op een veilige plek bouwen. Zijn lichaamsbouw is aangepast aan een leven in de bomen. Zijn lange pluimstaart zorgt voor evenwicht en dient als roer bij sprongen. Aan de stevige zitten handen en voeten met lange tenen, compleet met lange nagels voor een goed houvast. Voor zijn lengte is het een licht dier, wat het klimmen en springen makkelijk maakt. De grote ogen aan weerszijde van de kop verschaffen hem leterlijk een ruim gezichtsveld om vijanden tijdig te ontdekken. Aan de uitereinde van de oren staan in de winter en het voorjaar lange haren, die hem een parmatijg uiterlijk geven. De bovenzijde van de vacht en staart zijn donker grijs- tot roodbruin. De buikzijde streekt met zijn roming wit hier scherp bij af. Bron: folder van Vereniging van Zoogdierkunde van Zoogdierenbeschermimg (VZZ).